Paardenfysiotherapie en chiropractie

Een paardenfysiotherapeut heeft eerst de vierjarige opleiding tot humaan fysiotherapeut gevolgd. De opleiding tot dierenfysiotherapeut is een post - hbo opleiding van twee jaar. 

Tijdens een consult probeert de paardenfysio middels een vraaggesprek achter het probleem of verbeterpunt van je paard en of de ruiter te komen. Vervolgens proberen we tijdens een palpatie - bewegingsonderzoek en functieondezoek erachter te komen waar afwijkingen in de huid, spieren, gewrichten en of de stand / beweeglijkheid zijn in relatie tot de klacht. 

Chriropactie is een gespecialiseerd vak, uitgevoerd door dierernartsen, fysiotherapeuten of osteopaten. Een chiropractor houdt zich bezig met preventie, diagnostiek en of behandeling van stoornissen uit de wervelkolom en het bewegingsapparaat. 

Hoe gaat een behandeling met de dierfysio?

Tijdens het eerste consult met de dierenfysiotherapeut zal eerst het probleem in kaart gebracht worden. Dit wordt middels een gesprek uitgevraagd, zodat duidelijk is wat de eigenaar verwacht van de behandeling.

Na het vraaggesprek vindt een inspectie van het paard plaats. Daarbij bekijkt de dierfysiotherapeut het paard en zal aansluitend voelen of er sprake is van warmte, spanning in de spieren of de huid, en of er ergens sprake is van zwelling.

Een belangrijk deel van het onderzoek is de inspectie van het bewegen. Het paard wordt beoordeeld op de harde en zachte bodem, en in de rechte lijn en op de volte. Daarbij word gelet op de bewegingen van de wervelkolom, de benen en of er sprake is van asymmetrische bewegingen. Na het bewegingsonderzoek zal de dierenfysiotherapeut het paard opnieuw navoelen en kijken of er veranderingen zijn in de spanning in de spieren en de temperatuur.

Een dierenfysiotherapeut haalt veel informatie uit het functieonderzoek dat volgt. Het paard wordt systematisch onderzocht op de beweeglijkheid in de gewrichten van de hals, rug, ribben, bekken en benen. Daarnaast geeft (diepe) palpatie een idee over pijnlijke structuren. Als alles in kaart is gebracht, kan er een conclusie getrokken worden over de aard en de ernst van het probleem. Er komt een antwoord op de vraagstelling van de eigenaar.

In overleg met de eigenaar wordt gekeken naar een passende oplossing en wordt een behandelplan opgesteld. Als blijkt dat het probleem dusdanig is dat er een andere discipline bij betrokken moet worden, wordt dat uiteraard geadviseerd.

Bij problemen tijdens het rijden zal de combinatie ook onder het zadel beoordeeld worden. In enkele gevallen kan het zelfs wenselijk zijn de ruiter te onderzoeken. Mocht er sprake zijn van bijvoorbeeld een bekkenprobleem bij de ruiter, dan kan dit ook invloed hebben op het rijden van het paard en zijn beweging.